Het zou zonde zijn om hem geneeskunde te laten studeren

Ai!!! Dat kwam aan: “Wij zijn vooral blij dat hij nu eindelijk zijn vleugels kan uitslaan en doen wat hij leuk vindt. School was leuk, maar hij moest vooral reproduceren. In ieder geval zal hij ook op de universiteit weer een persoonlijk traject moeten volgen. Volgens proffen kan hij de nieuwe Einstein worden, en dan is het zonde om hem bijvoorbeeld geneeskunde te laten studeren. Dat is een uitvoerend beroep, daarin zou zijn meerwaarde beperkt zijn.” Aan het woord is Alexander Simons, tandarts en trotse vader van wonderkind Laurent Simons, die zopas op achtjarige leeftijd zijn middelbare schooldiploma haalde. Het kind wordt nu al overstelpt met aanvragen van nationale én internationale universiteiten. “Liefst van al zou hij burgerlijk ingenieur studeren, om later computerchips te ontwerpen,” zegt zijn vader.

“Dat moet pijnlijk zijn,” zeg ik tegen de geleerde vrouw, “dat je als dokter zoiets in de krant moet lezen.” Zij, daarentegen, is niet geschokt. En ik moet bekennen, wij hebben de zoon noch de dochter ooit aangeraden geneeskunde te studeren. Ik ben ervan overtuigd dat je kind dwingen om dokter te worden de slechtste opvoedingsbeslissing kan zijn die je neemt.

Een carrière is de geneeskunde is al stressvol genoeg voor de artsen die het zien als een roeping. Voor degenen die het doen omdat hun ouders hen dwongen, kan het kritisch en fataal zijn. In de hypercompetitieve wereld die de geneeskunde geworden is, zelfs voor hen die de cijfers bij de toelatingsproef haalden en die de motivatie vinden om de academische strijd aan te gaan, is er geen ruimte voor degenen met wel de cijfers halen, maar de motivatie missen. Het nobele artsenberoep heeft veel van zijn glans en glorie verloren, merk ik. Een paar maanden geleden hield ik een lezing voor een klas laatstejaars. Hier zaten de toekomstige astronauten, nu reeds gefocuste wetenschappers, betrokken milieuactivisten en zoals gewoonlijk een paar die droomden om dokter te worden. Maar zij stelden wel vragen over de ethiek van peperdure geneesmiddelen, de interprofessionele relaties, de salarissen die ze mogen verwachten en hoeveel vrije tijd zou overblijven. Ze wilden weten hoe hun sociale leven er zou uitzien. Of er ruimte zou zijn voor eigen initiatief. “Ik heb geen zin om zes jaar te blokken als een beest en daarna formuliertjes in te vullen,” zei een meisje. Dit waren tieners! Bij elke vraag groeide mijn verbazing over de realiteitszin en de kritische ingesteldheid. Niks verhalen over topdokters, maar kritische verhalen uit de media. Er blijken op de sociale media hele discussiegroepen te bestaan waar laatstejaars uit het ASO in gesprek gaan met studenten geneeskunde.

Na de lezing kwam er een meisje naar me toe. “Ik weet niet hoe ik dit moet vragen zonder onbeleefd te zijn,” zei ze. “Mijn ouders willen echt dat ik medicijnen doe, maar ik ben niet geïnteresseerd. Hoe zeg ik nee?”

“Wat zou er gebeuren als je nee zei?” vroeg ik.

“Ze zouden echt teleurgesteld zijn in mij. Dat zou mijn hart breken. Ze hebben hun hele carrière in ons geïnvesteerd. Ik zou misschien wel slagen in het toegangsexamen, maar als ik medicijnen zou gaan studeren, zou ik niet eerlijk zijn tegen mezelf en neem ik de plek van iemand die het echt wil”.

Ik was niet voorbereid op zo’n gesprek.

Ouders die de carrière voor hun kind plannen, daar sta ik steeds huiverig tegenover. Jonge studenten zijn vaak altruïstisch, de ouders streven naar status, geld en werkzekerheid of nog erger naar de voortzetting van een familietraditie. In 2010 organiseerde ik een opiniepeiling onder huisartsen in Noord en Zuid (De Huisarts spreekt, Mediplanet). 24% van de Vlaamse en 32% van de Franstalige respondenten hadden als kind een medische familiale achtergrond. De helft van die groep in beide landsdelen betreurde nu ooit gekozen te hebben voor de geneeskunde. “Mijn vader is dokter. Het had geen zin tegen zijn wil in te gaan,” schreef er een,” tijdens mijn studie hoopte ik te mislukken. Dat is niet gelukt. Ik wacht nu op mijn pensioen.” Hij had nog twaalf jaar te gaan.

Artsen wordt vaak gevraagd of ze het beroep aan hun kinderen zouden aanbevelen. Uit een onderzoek onder Amerikaanse artsen door de Physicians Foundation bleek dat meer dan de helft negatief antwoordde, omwille van het papierwerk en bureaucratie die de tijd innam die ze met hun patiënten wilden besteden. Ik hoor in België soortgelijke uitspraken. Artsen voelen zich geroepen om mensen te helpen, maar worden geconfronteerd met groeiende bergen administratie, al dan niet digitaal, ze worden geconfronteerd met guidelines en zorgtrajecten die opgesteld zijn door mensen die vaak in geen eeuwen een patiënt gezien hebben, ze worden in ziekenhuizen in ondoordachte modules geduwd en moeten deelnemen aan gekmakende beleidsvergaderingen om vervolgens te voldoen aan prestatie-indicatoren die een bespotting zijn van wat patiëntgerichte zorg zou moeten zijn.

Zoals deze week nog bleek worden veel artsen gepest en gedemoraliseerd. Het werken als arts is stressvol en veeleisend. Maar voor de buitenwereld wordt de indruk gewekt dat elk protest tegen deze gang van zaken het gemor is van een zelfzuchtig, rijk beloond beroep. Artsen hebben een aanzienlijk hoger percentage aan hoge psychologische nood in vergelijking met de algemene bevolking en andere professionals. Een verbazingwekkend kwart van de artsen heeft zelfmoord overwogen, het dubbele van het vergelijkbare cijfer in andere beroepsgroepen. Dat blijkt uit onderzoeken aan deze en gene zijde van de Atlantische Oceaan.

Ik ken de cijfers, en voor mij zijn niet alleen statistieken – het zijn vrienden, collega’s van mijn vrouw, lezers. Ik ken tal van artsen die problemen hebben met alcohol en medicijnen, artsen met gebroken relaties, artsen die ziek van het werk en uitgeput thuis zitten. Ik heb de voorbije dertig jaar geleerd dat niemand immuun is en dat de patiënt, die terecht veeleisend is, absoluut geen weet heeft van deze realiteit. Ik noem dit de geheime schande van de geneeskunde .

Toch vind ik het geweldig dat de geleerde vrouw dokter is, want er is iets ontegenzeggelijk bijzonders en enorm bevredigends aan om mensen te helpen die vaak het slechtst af zijn. Hoe ze luistert naar de patiënt en thuiskomt met verhalen over de administratieve waanzin, de meedogenloze willekeur van verzekeraars en de angst die sommige collega’s veroorzaken. Ik vind het prachtig hoe heilig het vertrouwen is dat in haar gesteld wordt en hoe buitengewoon het is dat een complete vreemdeling de meest intieme details van zijn leven prijs geeft, in de hoop dat hem soelaas kan geboden worden.

Een carrière in de geneeskunde houdt een enorme belofte in, maar de gelukkigste artsen die ik ken staan met hun voeten op de grond: zij zien de geneeskunde niet alleen als werk, maar ook als een roeping. Dit vermindert de uitdagingen niet, maar plaatst ze in perspectief. Op goede dagen creëert die houding onuitwisbare herinneringen; op slechte dagen is het een handig schild.

Ik vind dus dat de vader van de kleine Laurent ongelijk heeft. Het zou geen zonde zijn om hem “bijvoorbeeld” geneeskunde te laten studeren. Geneeskunde is geen uitvoerend beroep. En van een uitspraak als zou ” zijn meerwaarde beperkt zijn”, krijg ik kiespijn.

Ondertussen studeert een kleindochter hard voor haar toegangsproef geneeskunde. Het kind volgt sinds begin van dit jaar bijlessen fysica, chemie en biologie. Ik hoop alleen maar dat er na al die examenstress nog een beetje roeping overblijft.

Marc van Impe

Bron: MediQuality

Plaats een reactie